Dag 9 - Reisverslag uit Napels, Italië van Esther Vink - WaarBenJij.nu Dag 9 - Reisverslag uit Napels, Italië van Esther Vink - WaarBenJij.nu

Dag 9

Door: Napels – eerst zien, dan sterven.

Blijf op de hoogte en volg Esther

07 Juni 2014 | Italië, Napels

Deze ochtend staan we te trappelen van ongeduld om aan wal te gaan. We kunnen zó vanuit de haven naar Napels gaan. Of naar Pompeï, de door vulkanische as verzwolgen stad uit de oudheid. Of naar de Vesuvius, de schuldige vulkaan. Of naar… noem het maar op. Dit deel van Italië ligt letterlijk aan onze voeten, bekeken vanaf het bovenste dek van dit 13 verdiepingen tellende schip. Pompeï en Napels staan hoog op onze verlanglijst. Maar ook Capri en Sorrento. En, en, en… zoveel te doen, zoveel te zien en zo weinig tijd! En die befaamde spreuk uit de titel van dit verslag, speelt maar door ons hoofd. Want we zullen en moeten Napels zien!!

Na de gebruikelijke terminal-rituelen waar we inmiddels aan gewend zijn geraakt, en twee uur laten dan gepland (want we zijn door onze wekker heen geslapen), zijn we daar dan. We besluiten om onze dag te beginnen op Capri, dat prachtige eilandje wat we aan de overkant kunnen zien. Een uitje naar Pompeï doen we maar niet, gezien de beperkte tijd die we hebben en de afstand die daarvoor moet worden afgelegd. Om nog maar te zwijgen van de tijd die je moet besteden om dit wonderlijke oord te bekijken en naar waarde te kunnen beoordelen. Pompeï schrijven we bij op onze verlanglijst, onze bucket-list waar zoveel medepassagiers het over hebben. Waar overigens Istanbul, Venetië en nog een paar plaatsen al op staan. Zoveel te zien, zo weinig tijd…

We nemen de snelle ferry naar Capri. Scheelt minstens een kostbaar kwartier. Het is druk aan boord, we zitten buiten op het dek in de zon. En genieten van de vaart, bijna drie kwartier lang. Bij aankomst, weten we weer eens niet waar we moeten kijken. Om ons heen, naar de bedrijvigheid in de haven. Of omhoog, naar de berg waarop het dorp ligt te schitteren in de zon. Wat een pareltje is dit eiland. Zo ontzettend mooi! We moeten echt even een momentje pakken om dit op ons in te laten werken en te beslissen wat we precies gaan doen. We gaan zitten op een van de vele pittoreske terrasjes aan of boven het water. Krijgen daar een bootritje aangeboden, om het eiland heen, met een bezoek aan de beroemde Grotto Azzuro, Grotto Bianco en andere schitterende grotten waarin het water in vele kleuren gekleurd wordt door het gefilterde zonlicht. Blauw, wit, smaragdgroen... schitterend mooi. De prijs voor dit bootritje laat ons ook van kleur verschieten. € 120 maar liefst! Maar dan wel in een privéboot, met privégids en privémomentjes voor foto’s en zwempartijtjes bij de grotten. We rekenen snel onze veel te dure cappuccino’s af en kopen kaartjes voor de toeristenboot naar de grotten (17,50 de man) en kaartjes voor de kabeltram die ons later helemaal naar de top van Capri zal brengen.

De boottocht dan. In de inmiddels zinderende zon, sluiten we aan op het dek. Camera in de aanslag en klaar om te worden verrukt door de natuurpracht die op ons ligt te wachten. En die pracht overtreft alle verwachtingen. Grillige rotsen, overgebleven nadat Capri van het vasteland werd gescheiden door een vulkaanuitbarsting in een ver verleden. Rotsen met grotten waar het zonlicht op miraculeuze wijze gefilterd wordt, wat het zeewater de vele verschillende tinten geeft. Bizarre vormen in de rotsen, waar stalagmieten en stalagtieten wonderlijke vormen hebben aangenomen. Waar het rode koraal tegen de gladde wanden van de grotten zit geplakt, vlak onder de waterlijn en zichtbaar door de golfbewegingen. We varen rondom het hele eiland en zien elke grot van nabij. Krijgen de kans om in een wiebelig roeibootje over te stappen. Tegen de bodem gedrukt, met niet meer dan vier personen, inclusief de roeier. Op een bord bij de ingang van de beroemde Grotto Azzuro, zomaar in het water, staat de prijs van dit ritje in de roeiboot te lezen. € 4 voor de entree (!) en € 9 voor het tochtje zelf. Wat niet langer dan 5 minuten duurt. Pfff… ook hier weten ze precies hoe ze de toerist een poot moeten uitdraaien. Nou, onze poten worden nu even niet uitgedraaid, we blijven riant zitten waar we zitten, schieten prachtige foto’s en kijken verbaasd naar het gekrioel en gehannes van en met de roeibootjes. Aan de foto’s van de teruggekeerde medepassagiers te zien, missen we niet eens zo heel veel.

Wat Esther wel mist, is haar hoedje die door een windvlaag van het hoofd werd gerukt. Gekocht in Athene en verloren in Capri. Klinkt wel aardig.

Na de boottocht rond het eiland, schuiven we aan in de rij van de kabeltram. Een wonderlijk geval, wat ons helemaal naar de top van Capri zal brengen. Als sardientjes opeengepakt, maar de rit duurt slechts een paar minuten. Onze verwondering over het wonderschone uitzicht wat zich voor ons ontplooit, duurt veel langer. Ansichtkaart-plaatjes, sprookjesachtig mooi. De ooooh’s en aaaah’s zijn niet van de lucht. Het is er werkelijk adembenemend… Geen wonder dat de jetset van de halve wereld hier een tweede, derde of vierde huis heeft.

Met enige spijt sluiten we naar een tijdje later weer aan in de rij voor de rit naar beneden. Alwaar we een ijsje eten, een plasje doen en de ferry terug naar Napels nemen. De gewone, deze keer. Die er overigens net zo lang over doet als de jet op de heenweg. Tja.

Terug in Napels. Met nog maar 1 uurtje te gaan voordat weer moeten inschepen. Maar… eerst Napels zien, en dan sterven. Zo klinkt het gezegde. Dus we wagen de gok en gaan toch even de stad in. Niet te ver, maar ver genoeg om de sfeer te proeven. En dat doen we dan ook. Mijn hemel, wat is dit een smerige stad!! Dat is het eerste wat opvalt. Overal is het vies. De gevels van de gebouwen, de straten en auto’s, de afvalbakken die uitpuilen van het vuil, alles is vies en nog eens vies. En het stinkt ook nog eens. Achter het aangekoekte vuil, is wel de grandeur van de gebouwen te zien. We lopen nietsvermoedend een imposant brede trap op, onder een enorme boog door en komen terecht in een ‘galleria’. Een winkelcentrum, maar niet zomaar een. Enorm hoog, is het. Glimmend marmer op de vloer, schoon (!), blinkend bladgoud, flonkerend licht wat door gebrandschilderde boogramen vanuit het gewelfde plafond binnenvalt en monumentaal. De centrale koepel in het plafond wordt omgeven door een zevental engelen, meer dan groot en hoog boven de vloer verheven. Pracht en praal alom. Wat een verrassing, dit hadden we absoluut niet verwacht.

Levendig geluid lokt ons naar buiten. En daar staan we dan, in een brede straat, geflankeerd door monumentaal grote en hoge panden. Een voetgangerszone, wat bruist van de activiteit. Het bruist, het bubbelt, het LEEFT!! Het is druk en gemoedelijk tegelijk. Gehaaste voorbijgangers, slenterende winkelende mensen, groepjes babbelende mensen die alles aan zich voorbij laten gaan. Tegen de gevels staan mannen geleund, overal waar je kijkt. Het is een sfeer die je grijpt en je niet meer loslaat. Zelfs niet als je ald weg bent.

We nemen een lokale zoetigheid en laten ons overspoelen en grijpen door die bijzonder sfeer. En dan ineens klinkt daar een stem. Een mannenstem, galmend door de straat. En vanuit de verte, klinkt een galmende stem in antwoord terug. Tegenover ons staat een oude man en hij zingt. Niet zomaar een liedje. Hij zingt operaliederen. Met hart en ziel en met alle kracht in zijn longen, trakteert hij ons op een staaltje zang wat kippenvel veroorzaakt. Voor hem op de grond, staat een mal hoedje ondersteboven te wachten op muntjes. Maar hij kijkt er niet eens naar om. Mensen blijven staan, applaudisseren, luisteren in stilte, roepen ‘Bravo!’ en ‘Bravissimo!’ en juichen hem toe. De man zingt door, met glinsterende ogen en een stem die in de beste operazaal geheel tot zijn recht zou komen. Daar eigenlijk gewoon thuishoort. Die eenvoudige man, rond de 70 jaar, staat daar in zijn haveloze pak –waarschijnlijk het netste uit zijn garderobe-, te zingen voor… geld? Plezier? Waardering? We weten het niet. Maar dankbaar roepen ook wij ‘bravo!’ En hij kijkt ons aan, lacht en maakt een lichte buiging. Hij heeft onze dag gemaakt. Van een oudere man die naast ons staat, horen we dat de zanger dit al jarenlang doet. Niet voor het geld – dat schijnt hij niet nodig te hebben. Gewoon, omdat hij het leuk vindt. Maar we horen ook dat hij lang zo goed niet meer is als vroeger. Hij is ouder geworden, en zijn stem ook.

Wij hebben Napels gezien. We hebben nauwelijks iets van de stad gezien, maar wij hebben Napels gezien.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Esther

Pas getrouwd en dolgelukkig op huwelijksreis met mijn kersverse man!

Actief sinds 26 Mei 2014
Verslag gelezen: 269
Totaal aantal bezoekers 8302

Voorgaande reizen:

30 Mei 2014 - 14 Juni 2014

Honeymoon

Landen bezocht: